Afgelopen vrijdag, 16 maart, hebben we buiten kunnen eten! Volgens ons was dat wel extreem vroeg in het jaar, zou het verhaal over de opwarming van de aarde dan toch kloppen? Wij hebben natuurlijk wel een tuin pal op het zuiden en we zitten heel erg beschut dus ieder jaar valt het ons weer op hoe snel je alweer lekker buiten zit maar toch, 16 maart leek ons wel heel vroeg. We hebben er in ieder geval erg van genoten. Ik heb altijd moeite om te bedenken wat we gaan eten op warme dagen. Zoals ik al eerder geschreven heb hou ik erg van de winter maar ook koken is dan leuker vind ik. Lekkere ovenschotels, stamppotten, stevige soepen, enz. Heerlijk om te eten en veel leuker om te koken dan gemakkelijke, simpele zomergerechten. Zo gauw het weer wat mooier weer word sta ik dus met het handen in het haar......... Vrijdag heb ik de hele dacht zitten bedenken wat ik dan wel zou koken. Op het einde van de middag had ik nog niet echt een idee dus heb ik maar snel mini quiches gemaakt met ingredienten die ik nog in huis had.
Dit recept is voor 5 kleine quiches:
kleine quiche vormpjes
bakpapier
steunvulling, b.v. spliterwten
5 velletjes bladerdeeg
Spinazie a la creme, ongeveer 5 eetlepels
5 gedroogde tomaatjes in kleine stukjes
1 handje pijnboompitten
geraspte kaas
2 eieren
slagroom of creme fraiche.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Laat de bladerdeeg velletjes en de spinazie ontdooien. Beleg de vormpjes met bakpapier en leg daarin een velletje bladerdeeg (dat hoeft niet zo netjes, de randjes mogen best wat omhoog steken). Prik wat gaatjes in de bodem en leg een stuk bakpapier op het bladerdeeg, zo dat het vormpje helemaal bedekt is. Strooi dan het vormpje vol met spliterwten. Zet de vormpjes in de oven tot het bladerdeeg iets donkerder is geworden. Zo voorkom je dat het bladerdeeg gaat rijzen en is de onderkant al een beetje gebakken zodat de quiche straks niet zo'n kleffe bodem heeft. Haal de vormpjes uit de oven en maak ondertussen de vulling. Roer de gedroogde tomaatjes en de pijnboompitten door de spinazie en verdeel de vulling over de vormpjes. Klop de eieren los met een flinke scheut room of wat lepels creme frache en maak op smaak met zout en peper. Verdeel dit mengsel ook over de vormpjes en bestooi met geraspte kaas. Bak ze in de oven tot de bovenkant mooi goudbruin is. Wij hebben er sla met cherrytomaatjes en zwarte olijven bij gegeten.
Zaterdag heeft Luc gekookt. Af en toe vind hij het heel leuk om zelf te koken. Zijn succesrecept is pasta met pesto. Dat is het dus ook nu weer geworden maar hij had er ook bruchetta's bij gemaakt en als toetje chocolademousse. Ik help hem nog een beetje met vertellen in welke volgorde hij het gemakkelijkste kan werken, ik heb de pasta afgegoten en ik heb de eieren voor de mousse gesplitst maar verder heeft hij alles zelf gedaan!
Voor de bruchetta's heeft hij dunne plakjes stokbrood ingesmeerd met een doorgesneden knoflook teentje en olie en daarna even krokant gebakken in de oven. Voor erop heeft hij een paprika en een bol mozerella in kleine blokjes gesneden. Dit heeft hij samen met een blaadje basilicum en een olijf op het broodje gelegd en toen 4 stukjes per persoon geserveerd.
Daarna kregen we spaghetti met zelfgemaakte pesto. Ik zal het recept voor pesto hier opschrijven.
1 pot basilicum
pijnboompitten
1 teentje knoflook
geraspte kaas, gewone jonge en parmezaanse
olie en zout.
Haal alle blaadjes van de basilicum plant af en doe ze in een hoge maatbeker. Maak ze heel fijn met een staafmixer. Voeg dan een handje pijnboompitten en de knoflook toe. Mix dit weer heel fijn. Voeg dan de kaas toe, wij doen altijd half jonge, half parmezaanse kaas. Weer even fijn mixen en proeven of er nog wat pijnboompitjes of kaas bij moet. Dan zoveel olie toevoegen tot je de pesto dun genoeg vind en op smaak brengen met zout. Je ziet vaak dat de pesto heel dun is maar wij vinden het lekkerder als het een iets dikkere saus blijft.
Luc had nog wat paprika, mozerella en olijven van het voorgerecht over en die heeft hij samen met de pesto op de spaghetti gedaan.
Als toetje kregen we chocolademousse. Het is een recept uit het kookboek de fijne franse keuken uit 1972 en ik vind dit het beste recept voor chocolademousse. Luc heeft een halve portie gemaakt en dat was genoeg voor 3 personen. Ik zal het recept overnemen van het boek en dan is het voor 4 personen maar dan heb je wel flinke porties per persoon. Ook doe ik er soms nog wat after eight doorheen dan krijgt de mousse een extra lekker smaakje.
200 gram pure chocolade (of 180 gram chocolade en 20 gram after eight)
halve eetlepel boter
1 dl. sterke koffie-extract (doe ik eigenlijk nooit, ik voeg dan een extra eetlepel warm water toe)
3 eiwitten
2 eidooiers
1 dl slagroom
2 eetlepels suiker.
breek de chocolade in stukken en laat deze met 3 eetlepels water in een kom au bain marie smelten. Als de chocolade gesmolten is voeg je de boter en koffie-extract toe. Roer tot er een mooie gladde saus ontstaat en laat iets afkoelen. Klop dan de eiwitten en de slagroom stijf. Klop daarna de eidooiers met de suiker tot ze wit zijn en schep daar de chocoladesaus door. Schep dan de slagroom erdoor en als laatste, heel voorzichtig, het eiwit. Doe de mousse in b.v. een mooi glas en zet zeker 2 uur in de koelkast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten